Inleiding

Doel: BRAF mutatieanalyse wordt aangevraagd om BRAF V600 genmutaties te detecteren. Principe: - Indien het tumorweefsel moet onderzocht worden op meerdere genmutaties (BRAF, KRAS, NRAS...), wordt voor de BRAF mutatieanalyse gebruik gemaakt van Next-generation-sequencing.

Zie Next-Generation-Sequencing

Indien het tumorweefsel enkel moet onderzocht worden op BRAF genmutaties, wordt gebruik gemaakt van de Biocartis Idylla BRAF methode. Deze test werkt met afzonderlijke cartridges per staal en als startmateriaal FFPE, zodat geen DNA isolatie nodig is. De test detecteert BRAF V600E, E2, D, K, R en M mutaties met een gevoeligheid van 1%. - Indien het tumorweefsel enkel moet onderzocht worden op NRAS en BRAF genmutaties, wordt gebruik gemaakt van de Biocartis Idylla NRAS-BRAF methode. Deze test werkt met afzonderlijke cartridges per staal en als startmateriaal FFPE, zodat geen DNA isolatie nodig is. De test detecteert V600E/D en V600K/R mutaties in codon 600 van het BRAF gen en 18 mutaties in het NRAS gen (in exon 2: G12D, G12C, G12S, G12A, G12V, G13D, G13R en G13V, in exon 3: A59T, Q61K, Q61R, Q61L, Q61H en in exon 4: K117N, A146T en A146V) met een gevoeligheid van < 5% voor de meest prevalente mutaties. Technische opmerking: Het percentage tumorcellen aanwezig in de paraffinecoupe bepaalt mede de detectielimiet van deze test. Paraffineblokken waarin zones met een hoog percentage tumorweefsel aanwezig zijn zorgen voor de meest betrouwbare resultaten. Wanneer er keuze is uit verschillende monsters, dienen bijgevolg paraffineblokken met dense zones tumorweefsel verzonden te worden. Om genomisch DNA van goede kwaliteit te bekomen is het eveneens aangewezen: - het weefsel te fixeren in 10% gebufferde formol (4% formaldehyde, NF4)
- de tijd tot fixatie van het monster zoveel mogelijk te beperken
- de fixatieduur van het monster tussen de 6u en 72u te houden

Toepassingsgebied:

Een aanvraag voor NRAS en BRAF mutatieanalyse gebeurt ondermeer in melanoma en colorectale kanker. Ongeveer 40 – 50% van de melanomen bevat een mutatie in BRAF, waarvan ongeveer 85-90% een V600E mutatie is en 10-15% een V600K mutatie. Patiënten met melanoma die een mutatie in V600 hebben, vertonen een verhoogde sensitiviteit aan BRAF inhibitoren zoals vemurafinib. Ongeveer 13-25% van alle maligne melanomen bevat een somatische mutatie in NRAS. Het resultaat van mutaties in codon 12, 13 of 61 is een constitutieve activatie van de BRAF signaalcascade. NRAS mutaties worden aangetroffen in alle melanoma subtypes, maar zijn iets meer voorkomend in melanomen ten gevolge van chronisch cumulatieve zonblootstelling. Op dit moment zijn geen geregistreerde anti- BRAF therapieën beschikbaar. NRAS mutaties zijn mutually exclusive met BRAF mutaties. Ongeveer 8-15% van de colorectale kankers bevat een mutatie in BRAF. Dit is prognostisch een ongunstige factor. De afwezigheid van een mutatie in de RAS genen betekent dat de patiënt met mCRC in aanmerking komt voor therapie met anti‐EGFR antistoffen. Sommige studies vermelden evenwel een verminderde respons van BRAF gemuteerde tumoren op anti‐EGFR antistoffen. Bij de colorectale kankers bestaat er een verhoogde associatie tussen het sporadische karakter van de tumor en de aanwezigheid van een BRAF mutatie. Wanneer de MSI analyse positief is, kan dit wijzen op de aanwezigheid van een Lynch syndroom. Wanneer er echter een BRAF mutatie kan worden aangetoond, gaat het om de sporadische (niet-erfelijke) vorm van MSI.

Ongeveer 1-6% van de colorectale kankers bevat een NRAS mutatie. De aanwezigheid van deze mutatie in mCRC betekent in het algemeen resistentie aan anti-EGFR antistoffen.

Literatuurreferenties: 1) Tiacci E et al. Simple genetic diagnosis of hairy cell leukemia by sensitive detection of the BRAF-V600E mutation. Blood. 2012; 119(1):192-5.
2) Menzies AM et al. Distinguishing clinicopathologic features of patients with V600E and V600K BRAF-mutant metastatic melanoma. Clin Cancer Res. 2012 Jun 15;18(12):3242-9.
3) Lochhead P et al. Microsatellite Instability and BRAF Mutation Testing in Colorectal Cancer Prognostication. J Natl Cancer Inst. 2013;105(15):1151-6.
4) Xing et al.. Progress in molecular-based management of differentiated thyroid cancer. Lancet. 2013;381(9871):1058-69
5) Badalian-Very et al. ,“Recurrent BRAF mutations in Langerhans cell histiocytosis.” Blood. 2010;116(11):1919-23 6) Holderfield Met al. Targeting RAF kinases for cancer therapy: BRAF-mutated melanoma and beyond. Nat Rev Cancer. 2014 Jun 24;14(7):455-67 Het Universitair Ziekenhuis Antwerpen pathologische anatomie is geaccrediteerd door BELAC onder certificaatnummer 367-MED voor deze analyse. Analyses die worden uitgevoerd op UZA maar niet betaald worden via RIZIV (KB art.33bis), worden in principe aangerekend aan de patiënt. Voor meer informatie, gelieve u te wenden tot secr.anapat@uza.be

 

Matrix extra

weefsel

Antwoordtijd

NGS: Zie Next-Generation-Sequencing BRAF Idylla (indien het tumorweefsel enkel moet onderzocht worden op BRAF genmutaties). NRAS BRAF Idylla (indien het tumorweefsel enkel moet onderzocht worden op BRAF en NRAS genmutaties). Gemiddeld: 3 werkdagen (Maximaal: 5 werkdagen), behalve voor NGS.

Gedetailleerde lijst kleuringen/analyses - Bijkomende tekst

Nvt

RIZIV Nomenclatuur

Analyses die worden uitgevoerd op UZA maar niet betaald worden via RIZIV (KB art.33bis), worden in principe aangerekend aan de patiënt. Voor meer informatie, gelieve u te wenden tot secr.anapat@uza.be

Uitbesteding

Nee