Niet-gynecologisch cytologisch onderzoek

Doel: cytologisch onderzoek wordt uitgevoerd om de aanwezigheid van bepaalde structuren, micro-organismen, al dan niet maligne cellen, ed in celmateriaal aan te tonen. Principe: de behandeling van de monsters verloopt gestandaardiseerd, maar verschilt naargelang van het type en de anatomische locatie. Van het al dan niet gefixeerd aangeleverde vochten wordt het materiaal verwerkt tot een cytospinpreparaat en indien mogelijk een celblok. Na een papanicolaou kleuringen worden de preparaten door de patholoog beoordeeld. Toepassingsgebied: vochten en uitstrijk- of deppreparaten met uitzondering van de baarmoederhalsuitstrijksjes, namelijk: - Ascites - Bronchiale lavage - Bronchusbrushing - Cerebrospinaalvocht - Materiaal verkregen na bronchusaspiraat - Materiaal verkregen na FNAC/ fijne naald aspiratie materiaal - Pleuravocht - Punctiemateriaal uit de halsregio (lymfklier of tumormassa) - Punctievocht uit cysten - Urine Opmerking: de toegestuurde vochten dienen in een gemakkelijk toegankelijk recipiënt te worden aangeleverd. Er wordt maximaal 400 ml van het vocht gecentrifueerd en onderzocht.